De grote boer heeft een abonnement op diverse vakbladen. En af en toe komt er met zo’n vakblad een special edition mee: de Boerin. Nu voel ik me niet aangesproken door deze titel maar toch lees ik het blad graag. Er zijn namelijk heel veel verschillende boerinnen, met heel veel verschillende bedrijven, mannen, kinderen en leefomstandigheden. Soms herken ik er iets in, vaak ook niet. Zo worden er in de laatste uitgave vijf boerinnen gevraagd naar hun “vakantie-ervaringen”

Ik ga er eens goed voor zitten want ik heb het vermoeden dat ik het plot van deze verhalen al ken. Het blijft een issueboeren/boerinnen en vakantie. De meest gehoorde opmerking is dat je niet op vakantie kunt, het bedrijf gaat immers altijd door dus méér dan af en toe een dagje weg zit er niet in. Gelukkig is mijn grote boer het daar pertinent niet mee eens. Oké, het kost een paar euri extra om op vakantie te gaan (en niet elk boeren gezin heeft die financiële ruimte) het vergt wat organisatietalent maar als je echt graag wilt dan kan het. Mijn grote boer ging in zijn jeugdjaren ook altijd met het gezin op vakantie. Ik geef toe dat het wel meespeelde in mijn keuze voor de grote boer: ik wil wel graag op vakantie blijven gaan, zo’n luxe paardje ben ik dan ook wel weer. Maar ik dwaal af. Van de vijf dames snappen er twee niets van die wens om op vakantie te gaan, zij vieren vakantie op de eigen boerderij zo zeggen ze zelf. Eén boerin blijkt met haar gezin echt op vakantie te gaan naar het buitenland. Er is zoveel meer in de wereld zegt zij wijs. Eén gezin ging op vakantie maar niet verder dan een uur rijden van de boerderij en de laatste ? Daar ging de boerin alleen opvakantie met zoonlief omdat haar boer de koeien niet alleen wilde laten. Je leest het goed, hij laat doodleuk zijn vrouw en kind een week alleen op vakantie gaan maar zijn koeien wil hij niet alleen laten. En dáár snappen mijn grote boer en ik dus weer helemaal niets van.