De kleine boerin kijkt geconcentreerd naar het Jeugdjournaal. Daar wordt gesproken over een onderzoek dat het Jeugdjournaal heeft uitgevoerd onder basisschoolkinderen. Het onderzoek ging over seks en over het feit dat een aanzienlijk deel van de basisschoolkinderen thuis nog nooit over seks heeft gepraat of voorlichting heeft gehad.
Nou de kleine boerin wel hoor, ze weet er alles van. Denkt ze. Over zaadjes, eitjes, baby’s krijgen enzovoorts.
Ze wil graag met haar verkering drie kinderen en daar ben ik blij om. Twee jaar geleden wilde ze met diezelfde verkering nog acht kinderen dus ze heeft haar mening al bijgesteld naar iets realistischer hoeveelheden. Dat komt waarschijnlijk omdat ze ook nog dierenarts wil worden en paardentrainer en dan kun je er inderdaad geen acht kinderen bij hebben lopen. Ik zeg haar dat ze, op zijn vroegst pas over twintig jaar mag beginnen met deze ambitie. Die van de kinderen bedoel ik. Die andere twee ambities mogen al wat eerder vorm krijgen. “Maar dan ben ik al negenentwintig”, reageert ze verbaasd, “is negentien ook goed?” Nee dat is niet goed, dat is te vroeg. “Of nu al?”, probeert ze. Dat kan helemaal niet op je negende, vertel ik haar. “Waarom niet?”, vraagt ze. “Omdat je nog helemaal niet ongesteld bent geweest”, zeg ik, “je kunt pas kindjes krijgen als je ongesteld bent want dan pas is je lichaam in staat een kindje te laten groeien in de buik”.
Bij nader inzien vindt ze negen jaar inderdaad wat aan de vroege kant. Ze is eigenlijk ook wel blij dat het bevruchte eitje t.z.t. in haar buik zit en niet ergens anders. Deze laatste snap ik niet helemaal. “Nou”, zegt ze, “ik ben blij dat ik later geen negen
maanden op het ei hoef te zitten om het uit te broeden”. Tja, het zal er wel mee te maken hebben dat tot de veestapel van Agroplaza geen kippen of ander gevogelte behoren.