Zo gauw wij terug zijn van een zomervakantie in het buitenland heb ik enorme behoefte aan stamppot. Waar die behoefte vandaan komt weet ik niet, ik voel ‘m al jaren. Maar dit jaar helemaal niet, het kwam zelfs geen moment in mij op om
de supermarkt te bestormen en te zoeken naar andijvie of boerenkool. Misschien heeft het te maken met het feit dat we in Slovenië temperaturen van 38 graden hebben moeten trotseren en stamppot dan niet echt een juiste keuze lijkt om het
vakantiegevoel in Nederland nog even vast te houden. Misschien had het totale gebrek aan wortelstampbehoefte te maken met temperaturen van bijna 40 graden die we om de oren kregen bij terugkomst op Agroplaza. Dan eet een sateetje van de barbecue toch net even iets beter.

Gewauwel

Met wat ik nu ga schrijven, haal ik waarschijnlijk de afgunst van vele collega boeren op mijn hals. En die van andere notoire vleeseters ook, maar ik doe het toch. Ook ik ben al een tijdje bewust aan het nadenken over de vleesconsumptie,
zowel die in Nederland als op Agroplaza. Ik ben gek op vlees, wij alle vier trouwens. Geen dag zonder vlees hier zo en dat zal niet snel veranderen. Maar een beetje minderen kan echt geen kwaad en dus heb ik bijvoorbeeld de hoeveelheid kip in de Pad Thai, maanden geleden al naar beneden bijgesteld. En eten we geen anderhalf tartaartje meer, maar gewoon één tartaartje per persoon. Oké het zijn nog geen wereldschokkende zaken maar alle kleine beetjes helpen, sommige veranderingen hebben nu eenmaal tijd nodig. De vleesconsumptie verminderen is in onze “kringen” zoiets als vloeken in de kerk, ik roep het dan ook niet hardop tijdens een feestje met de buren maar ga gewoon mijn eigen gang. In onze “kringen” wordt de vlees-eet-discussie doorgaans afgedaan als gewauwel vanuit de Amsterdamse grachtengordel. Daar wonen de gekkies die de hele veehouderijsector de nek om willen draaien en het hele land ongevraagd hun mening door de strot willen duwen. Maar ik ben onmeunig trots op al die boeren, burgers en buitenlui, die gewoon lekker vlees blijven produceren én eten. Gewoon omdat we dat willen en omdat we zelf wel bepalen wát we eten en of drinken. No farmers, no food is het credo maar een beetje consuminderen is niet verkeerd vind ik.

In de puree

Afgelopen week is de herfst min of meer ingetreden en niets weerhoudt mij ervan om de piepers weer eens even lekker de puree in te helpen en er vervolgens wat groen doorheen te slingeren. Andijviestamppot it is. Ik bak de spekjes uit en leg vier heerlijke rundersaucijsjes in de pan, dat wordt weer genieten. Als we na het eten de boel in de keuken opruimen ziet de grote boer dat ik een aanzienlijk deel van de uitgebakken spekjes heb achter gehouden. Ik bespeur enige frustratie bij hem als hij vraagt waarom die niet in de stamppot zaten. Ik leg hem uit dat ook wij, op Agroplaza, best ons steentje bij kunnen dragen aan het verminderen van de vleesconsumptie. En dus gaan deze spekjes de volgende dag in een ander gerecht terecht komen, geen verspilling van voedsel. Maar de grote boer neemt geen genoegen met deze uitleg. “Belachelijk”, zegt hij, “we doen genoeg aan het verminderen van de vleesconsumptie hier in huis. We eten al twee keer per jaar vis.”  Boos beent hij de keuken uit, terwijl ik hem bits naroep dat hij zojuist óók een saucijs heeft gegeten voor het geval hij dat vergeten was. Als hij zo gaat doen dan krijgt hij de volgende keer vlees noch vis maar couscous met sojagehakt en een glas amandelmelk. Eens kijken wat hij dan te klagen heeft.

p.s wij eten echt wel vaker dan twee keer per jaar vis hoor.