Normaal gesproken is de grote boer er eentje van het dom en onbenullig hollen, hoe meer kilometers hoe beter. Niks geen warming up en de race rustig opbouwen is ook niet aan hem besteed. Volle bak vooruit is zijn tactiek. Hij is van mening dat als je maar genoeg uren en kilometers maakt, de prestaties evenredig mee stijgen. Maar niets is minder waar. Hij klaagt al jaren dat hij maar niet sneller wordt en ik beweer al jaren dat dat komt omdat hij niet aan coretraining doet en omdat hij een dagje ouder wordt. Ik praat tegen dovemans oren, al jaren. Groot was dan ook mijn verbazing toen hij enkele weken geleden aankondigde dat hij bij de lokale atletiekvereniging een hardlooptraining ging volgen, inclusief coretraining. Hij heeft immers tijd genoeg en een paar hippe, nieuwe patta’s.

Medelijden

Als hij na een training laat zien welke zware oefeningen hij moest doen, kijk ik vol medelijden toe. De oefeningen die hij hier midden in de woonkamer, amechtig ligt voor te doen, doe ik al jaren tijdens de circuittraining op de sportschool en hoor je mij piepen over allerlei sneue pijntjes? Maar volgens de grote boer en zijn bloedjes van kinderen hups ik alleen maar een beetje heen en weer tijdens de circuittraining. En bij de yogales lig ik alleen maar gestrekt op mijn matje te snurken. Ik laat ze maar in die waan.

De grote boer is als een kind zo blij als hij na anderhalf jaar coronapandemie eindelijk weer een wedstrijd mag lopen. En om verzekerd te zijn van een podiumplek wil hij zich inschrijven voor de 10 kilometer want daar doen niet zo veel leeftijdsgenoten aan mee, gouden plak verzekerd zou je denken. Zijn trainer heeft echter andere plannen. Vijf kilometer is de opdracht die de grote boer mee krijgt, daar is de concurrentie groter en zie dan maar eens op dat podium te komen. Dat is wel even slikken voor hem, vijf kilometer is in zijn optiek natuurlijk een lachertje maar hij laat zich niet kennen en schrijft zich in. De tijdslimiet die hij voor ogen had, heeft hij op 50 seconden na niet gehaald. Het podium wel, de eerste plek notabene dus hulde valt hem ten deel. Plus een beker, een medaille, een bos bloemen en een tevreden trainer.

Geluk

Als hij na de wedstrijd op zijn fiets wil stappen met al die prijzen in zijn hand, blijkt dat nog niet zo makkelijk te gaan. Zijn mountainbike beschikt namelijk niet over een bagagedrager of fietstas. Met kunst en vliegwerk bestijgt hij de pedalen en zet koers naar huis. Niet ver van het parcours doemt er een verkeerslicht op, een oudere dame in een scootmobiel staat er voor en wacht geduldig op groen licht. De grote boer parkeert zijn fiets naast haar en terwijl ze allebei naar het stoplicht turen vraagt hij of zij wel eens een bos bloemen krijgt. Dat blijkt niet het geval, ze is maar een oude alleenstaande vrouw, zegt ze. Nou, zegt de grote boer, dan heeft u geluk vandaag, u mag mijn bloemen hebben en hij duwt de bos in haar boodschappenmandje. Ze vraagt voorzichtig of die bloemen niet voor zijn vrouw zijn. Niks daarvan, zegt de atleet heel stoer, dan had ze maar mee moeten gaan om mij aan te moedigen. Ze glundert van oor tot oor en voor de zekerheid vraagt de grote boer of hij een foto van haar mag maken. Met de bloemen. Als bewijs dat hij ze echt heeft weggegeven want anders heeft hij thuis misschien het schoap an’t driet’n.

Het stoplicht sprint op rood, het stoplicht springt op groen. In Nijverdal is altijd wat te doen.