Agroplaza is net een écht bedrijf, je stopt er arbeid en geld in en ergens komt er ook wel weer iets uit. Maar geen dag is hetzelfde. Het werken met levende have en de grilligheid van het weer zorgen er voor dat planningen niet gehaald worden, de koffie koud naar binnen gaat en het gezin met 25% gereduceerd ledenaantal naar een feestje gaat.   

In onze “begintijd” was ik bijna elk weekend op Agroplaza te vinden na een week hard werken. Dat was steeds weer een flinke omschakeling want de nachtelijke geluiden van de stad werden vervangen door oorverdovende stilte. Maar heel soms werd deze stilte bruut onderbroken. De grote boer vliegt overeind, dendert de trap af en voordat ik goed en wel mijn hartslag weer naar beneden heb dringen er vreemde geluiden de slaapkamer binnen.

Ik twijfel, ik ben geen held maar de grote boer blijft wel lang weg en dus besluit ik maar eens een kijkje te gaan nemen. Als ik het erf op loop flitst er iets aan mij voorbij maar in het donker is moeilijk te zien wat. Als mijn ogen eindelijk gewend zijn aan het donker zie ik dat het de grote boer is die op zijn stalen ros voorbij flitst. Wat is hij toch allemaal aan het doen? Dan valt het me op dat hij slechts gekleed in T-shirt, onderbroek én klompen op de fiets zit en als een bezetene over het erf demarreert. Bij het zien van dit alles barst ik in lachen uit, ik kan bijna niet meer ophouden, de tranen stromen over mijn wangen, tot enorme ergernis van de grote boer. Ophouden met dit domme gehinnik en meehelpen de koeien terug de stal in te krijgen briest hij. Enkele dames zijn ontsnapt en trappen nu de tuin aan gort en rennen de vrijheid tegemoet. Ik moet achter bij de stal gaan staan waar de grote boer het licht al heeft aan gedaan. Zijn bevelen zijn kort maar krachtig: “blijven staan en breed maken, ik fiets naar het pad en drijf de koeien terug naar de stal” Mijn taak is dus om te voorkomen dat de meisjes de verkeerde afslag nemen en in de sloot belanden of erger nog, op de A1. De grote boer fietst de nacht weer in en ondanks het schijnsel uit de stal is het toch écht hartstikke donker. Terwijl ik mezelf afvraag wat ik hier eigenlijk sta te doen hoor ik opeens gehijg, gesnuif en zie ik vanuit het niets een paar honderd kilo koe op mij af komen galopperen. Grote stofwolken achtervolgen haar. Ik moet blijven staan heeft de grote boer gezegd maar achter Bertha 95 komt ook Froukje 6 aangestormd en daar word ik toch wel wat nerveus van. In een split second kies ik eieren voor mijn geld,  draai me om en zet het op een lopen.”BLIJVEN STAAN (~`#*^½&)  buldert de grote boer, MAAK JE BREED”

En dan gaat alles in slow motion. Ik draai me om, sluit mijn ogen, maak me breed en prevel een schietgebedje. Plotseling, op twee meter afstand, komen Bertha en Froukje tot stilstand en kijken mij verbaasd aan. Of ze alstublieft mogen passeren zo lijken ze te willen vragen.”NAAR VOREN LOPEN” commandeert de grote boer (is zijn militaire carrière toch nog ergens goed voor geweest) die inmiddels van zijn fiets is gestapt. En langzaam lopen deze twee dames de stal in, de grote boer heeft ondertussen de andere vluchtelingen naar binnen geloodst en dan moet er geteld worden. De grote boer telt 54, ik 53. Dus hij bestijgt zijn fiets weer en gaat op onderbroek uit, sorry, onderzoek. Voor de zekerheid tel ik nog maar een keer. Uhhhhhhhhhh grote boer, het zijn er toch wel 54. Staldeuren dicht, licht uit. De grote boer gaat weer naar binnen, trekt zijn klompen uit en snurkt verder alsof er niets gebeurd is en ik lig te stuiteren van de adrenaline.