De kleine boerin weet het zeker: ze wil geen boerin meer worden. Nu niet, over 10 jaar niet en nooit niet. Tijdens het assisteren van de grote boer bij zijn werkzaamheden heeft de kleine boerin ervaren dat deze baan niet geheel zonder gevaren is. Na de geboorte van een kalf moet dit mooie wondertje der natuur meteen aan de moedermelk die door de grote boer zorgvuldig is afgetapt van nummer 68. De kleine boerin stapt vol vertrouwen de afkalfstal in en loopt met emmer biest naar het kalfje. Maar o jee, daar is moederkoe niet van gediend en de kleine boerin krijgt een flinke beuk. Emmer vliegt door de lucht, de kleine boerin ook, biest in de haren, op haar gezicht, in de laarzen. En voordat moederkoe een tweede beuk kan uitdelen heeft de grote boer al orde op zaken gesteld maar dat neemt niet weg dat de kleine boerin er helemaal van ondersteboven is. Een frisse douche, snoepjes en limonade dan maar. En een goed gesprek tussen de grote boer en zijn potentiële opvolger. Maar ze is niet te vermurwen, de grote boer daarentegen ook niet. Na enig doorzeuren gaat ze een klein beetje overstag: oké ze denkt er nog even over na.
Koeien zijn alleen geen optie meer. Kippen misschien wel, daar heeft ze er maar een stuk of 10 van nodig om van te kunnen leven en die zijn niet gevaarlijk. De grote boer kijkt bedenkelijk en realiseert zich dat hem nog wat te doen staat.