Agroplaza is een écht bedrijf, een onderneming met inkomsten en uitgaven, investeringsvraagstukken en productiedoelstellingen. Een echt bedrijf staat ook ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Vervelende bijkomstigheid van die inschrijving is dat we te pas en te onpas worden gebeld door handige verkopers die iets aan ons willen slijten. De grote boer heeft inmiddels een neus voor dit soort telefoontjes. Al bij de eerste vier woorden van de beller, weet hij precies wat voor vlees hij in de kuip heeft.

Musthaves.

Op een gewone woensdagmiddag wordt de grote boer gebeld door een mevrouw. Nog voordat hij kan zeggen dat hij geen interesse heeft in welke agrarische musthave dan ook, wordt er een stortvloed aan woorden door de telefoon geduwd. Deze vriendelijke mevrouw maakt hem deelgenoot van het feit dat zij dagelijks over de provinciale weg rijdt. Al toerend laat ze haar oog dan vallen op alle mooie, grote daken van de boerderijen aan onze weg. Zo ook, het dak van ónze stal. De grote boer is verbaasd. Om vanaf de provinciale weg je oog te laten vallen op ons dak moet je toch echt wel beschikken over haviksogen. Niet alleen wonen wij wel een kilometer verwijderd van die weg, als je bij ons op het dak wil kijken moet je eerst over een verhoogd treinspoor turen. Vervolgens stuit je op de boerderij van onze buren, dan volgen er nog twee rijen met enorme bomen en pas daarachter doemt onze agrarische onderneming op. Ons dak is met geen mogelijkheid te zien vanaf de provinciale weg, tenzij je in een hoogwerker staat om een kapotte lantarenpaal te repareren. Hoewel de grote boer dus wat vraagtekens heeft bij de visuele vermogens van deze dame, blijft zij volhouden hoe mooi die grote daken zijn. Deze daken schreeuwen volgens haar om zonnepanelen en daarom vraagt ze of de grote boer interesse heeft in een paar gratis exemplaren.

Roze koek.

Nee, daar is de grote boer zeker niet in geïnteresseerd, ons dak ligt namelijk al vol met zonnepanelen en bij het woord gratis gaat het hem helemáál kriebelen. Het wordt even stil aan de andere kant van de lijn. “Ohh”, zegt de dame onthutst, “dan
heb ik niet goed gekeken, het is ook wel moeilijk te zien vanaf de provinciale weg, ik moet tenslotte ook op het verkeer letten tijdens het rijden”. Nog voordat de grote boer iets kan zeggen, voegt ze er aan toe dat ze de koffie dan wel een andere keer komt opdrinken.  Heel even overweegt de grote boer om te zeggen dat hij zich niet kan herinneren dat hij haar gevraagd heeft of ze koffie wil komen drinken, maar ze heeft al opgehangen.

Wie weet rijdt deze verkoopster van de maand, morgen weer over het provinciale asfalt, op weg naar een cursus verkooptechniek. Leert ze in die cursus dat alle boeren nabij de provinciale weg, grote voeten hebben en ze dus misschien wel nieuwe laarzen kunnen gebruiken. Heel misschien scoort ze dan alsnog ergens een bakje koffie met daarbij een grote,
roze koek.